Partner in specialistisch maatwerk voor kwaliteit in de infrastructuur

Verwerkingsvoorschriften INFRANO epoxyvoegvulling E1000

Voor een juiste vervoeging onderstaande informatie goed lezen en opvolgen.

Verwerking bij ondergrondtemperaturen vanaf + 8° TOT MAX. + 26° buitentemperatuur                  

Voegbreedte          : min.       5 mm      

Voegdiepte             : min.       30 mm

Mengen & Mixen d.m.v. handmixer of betonmolen

Het vulstofcomponent (25 kg zak) in het mengreservoir (mengmachine, speciemolen of mortelemmer) stoppen en het mixproces beginnen. Tijdens de mixprocedure de daartoe behorende, apart geleverde, hars/harder – componenten (2 kunststof flesjes met) langzaam en volledig toevoegen.

Na 3 minuten mixtijd ca. 2 liter water toevoegen en éénmaal minstens 3 minuten intensief mixen. Totale mengtijd: minstens 6 minuten. De voegmortel voor bestrating is nu gereed om te verwerken.

Door het toevoegen van meer water wordt de voegmortel vloeibaarder, echter vermindert de stevigheid van de voegmortel. Niet gemixte bestanddelen worden niet verwerkt. De mortel wordt na vervaardiging van het mengsel direct verwerkt. De vloeibaarheid neemt temperatuurafhankelijk na 10 minuten af.

De verwerking bedraagt bij 20º ca. 20-30 minuten.

Lagere temperaturen verlengen en hogere temperaturen verkorten het proces.

Verwerking

  • Het te voegen bestratingsoppervlak wordt met water vooraf vochtig gemaakt. Deze vochtigheidsintensiteit is afhankelijk van bestratingsmateriaal en temperatuur. Bij hoge temperaturen en/of poreuze steensoorten als beton en zandsteen voortijdig intensief vochtig maken. Er mag geen water in de voegen blijven staan.

  • De gereed gemengde voegmortel op het vooraf vochtig gemaakte bestratingsoppervlak aanbrengen.
  • Met een rubberen trekker het bestratingsoppervlak zorgvuldig verwerken.
  • Na ca. 10 minuten is het bestratingsoppervlak vochtig en kunnen de overblijfsels van de mortel op de steenoppervlak met een bezem (grof) worden afgeveegd. Het juiste moment voor het afvegen is temperatuursafhankelijk, m.a.w. bij  hogere temperaturen -> snel, direct afvegen.

  • Vervolgens wordt met behulp van een bezem (fijn) het bestratingsoppervlak zorgvuldig gereinigd, zodat er zich geen mortelresten meer op het oppervlak van de stenen bevinden. D.m.v. cirkelvormige bewegingen van de bezem over het steenoppervlak worden ook in het reliëf van de steen mortelresten verwijderd. Resten van het bestratings-voegmortel die men met de bezem (fijn) af heeft geveegd, worden niet meer opnieuw verwerkt of bewaard.
  • Gedurende de eerst komende tijd ligt een flinterdunne epoxyharsfilm op het steenoppervlak, welke de kleurgeving van de steen intensiveert en voor vervuiling bescherming biedt. De folie verdwijnt echter bij vrije weersgesteldheid van het oppervlakte en door weer en wind in de loop van slechts enkele maanden.
  • Bij lichte steensoorten kan er kleurverandering optreden. De te voegen steen voortijdig vochtig maken, om zo te zien, hoe de steenoppervlak na volledige verwering van het epoxyharsfolie eruit gaat zien.

In geval van twijfel vervaardigt u een proefoppervlak.

  • Bij rood/bruine steensoorten kan het tijdens de verweringsperiode tot een grijs/witte verkleuring van het steenoppervlak komen. Ook deze verkleuring verdwijnt in de loop van slechts enkele maanden.

Nabehandeling

De volgende punten hebben betrekking op een temperatuur van +20º en een relatieve luchtvochtigheid van 65%: (lagere temperaturen verlengen en hogere temperaturen verkorten de uithardingstijden)

  • Na ten minste 12 uren begaanbaar. Uiteindelijk na 6 dagen het oppervlak vrijgeven.
  • Principieel zou de stevigheid van de voegen voor de ingebruikname van het oppervlak getest moeten worden.
  • Beschut het pas gevoegde oppervlak voor minimaal 4 uren tegen regenval. De beschutting mag niet direct op het plaveisel gelegd worden, opdat er lucht kan circuleren.
  • Het verwerkingsgereedschap moet voortdurend, tijdens en vooral na het werk met water gereinigd worden.

Het is derhalve aan te raden om een mortelemmer met water op de bouwplaats te plaatsen, waar men
het gereedschap, ook tijdens pauzes, ondergedompeld kan laten staan.